Daarom – dit zegt de Heilige van Israël:
Omdat jullie die woorden hebben verworpen en alles verwachtten van geweld en bedrog, zal deze ongerechtigheid in jullie doorwerken als een steeds bredere bres in een hoge muur, die dan opeens, in een oogwenk, instort en breekt als de kruik van een pottenbakker, die zo meedogenloos wordt verbrijzeld dat er geen scherf meer over is waarmee vuur uit de haard gehaald of water uit een vat geschept kan worden. Dit zei God, de HEER, de Heilige van Israël:
‘In rust en inkeer ligt jullie redding, in geduld en vertrouwen ligt jullie kracht.’ Maar jullie wilden niet. Jullie zeiden:
‘Nee! Te paard vluchten we weg!’ – Vluchten zúl je! ‘Wij gaan er razendsnel vandoor!’ – Razendsnel word je ingehaald. Duizend zullen er vluchten voor het dreigen van één, voor het dreigen van vijf vluchten jullie allen. Al wat er van jullie rest is als een paal op een bergtop, als een vaandel op een heuvel.
En toch wacht de HEER op het ogenblik dat Hij jullie genadig kan zijn; toch zal Hij zich oprichten om zich over jullie te ontfermen. Want de HEER is een God van recht. Gelukkig de mens die op Hem wacht.
Volk van Jeruzalem, dat op de Sion woont, je hoeft geen tranen meer te storten. Want Hij zal zich over je ontfermen als je weeklaagt, Hij zal antwoorden zodra Hij je hoort. De Heer zal jullie brood geven in de benauwenis en water in de nood. Hij die jullie onderricht gaf, zal zich niet langer verbergen. Met eigen ogen zul je je leermeester zien, met eigen oren zul je een stem achter je horen zeggen:
‘Dit is de weg die je moet volgen. Hier moet je rechts. Ga daar naar links.’ Dan zullen jullie je met zilver overtrokken beelden en je vergulde godenbeelden als onrein beschouwen. ‘Eruit!’ zul je tegen ze zeggen, zoals je een vrouw wegstuurt die ongesteld is.